Op weg naar een burnout
Mijn leven in vogelvlucht
In de loop van de jaren die achter mij liggen heb ik natuurlijk heel veel
meegemaakt, 67 jaar is niet niks, daar zou ik heel wat boeken over kunnen gaan
schrijven. Mijn jeugd is niet dramatisch geweest maar ook niet gelukkig. Mijn
ouders konden niet met en niet zonder elkaar en er was vaak ruzie. Ik herinner
me dat ik nog maar net boven de strijkplank uitkwam, dat mijn moeder mij haar
problemen vertelde. Dat is natuurlijk niet echt de bedoeling, maar blijkbaar had
ze niemand anders. Ook in de jaren erna voelde ik mij regelmatig
verantwoordelijk om de vrede tussen hen te bewaren en waar mogelijk te
bemiddelen. Ik herinner me ook dat mijn moeder wegliep en ik met haar
meeliep om met haar te praten. Volgens mij zijn we toen half Den Haag
doorgelopen. Een zorgeloze jeugd was het niet, zeker niet toen mijn moeder 10 jaar na de geboorte van mijn jongere
broer ongewenst zwanger raakte en mijn tweede broer geboren werd. Mijn vader accepteerde het niet en liet dat ook
regelmatig blijken, voor mijn moeder is juist hij uiteindelijk een grote zegen geweest.
Mijn huwelijk met Gerard is de minst verstandige keuze geweest, die ik ooit gemaakt heb. Alhoewel ik God toen nog
niet kende zoals nu, wist ik heel duidelijk in mijn hart, dat ik erachter moest komen of hij gelovig was of niet Als dat
niet zo was, dan kon ik niet met hem verder, omdat dat geen goede basis was. Pas jaren later las ik in de bijbel dat je
geen ongelijk span moet vormen met een ongelovige. Ik was als kind al gelovig, ik
praatte in mijn bed wel eens met God en stortte mijn hart bij Hem uit. Het duurde
toch nog een hele tijd, voordat ik deze vraag aan hem stelde. Op een avond kwamen
de Jehova’s getuigen bij mijn ouders aan de deur en toen ze weer weg waren wist ik
heel duidelijk, dat het de tijd was om Gerard te vragen of hij geloofde. Zijn
antwoord was op dat moment: “Bij mijn familie is het zo, je vraagt God om een
appel (hij hield zijn hand op), nee ik heb geen appel, dus God bestaat niet. Nou
duidelijker had ik het niet kunnen krijgen. En ja toen kwamen de gedachtes. Ik was met mijn uitzet bezig, we hadden 2
of 3 jaar verkering en ik vond het wel zonde van deze jaren. En verder dacht ik: “we zijn toch allebei katholiek”. Ik
had geen flauw benul, dat dit eigenlijk het antwoord was, wat ik aan God gegeven had. Toen we na een jaar of 10
huwelijk in een crisis terecht kwamen, bracht Hij al deze dingen weer in mijn gedachten en toen besefte ik het pas
goed. Ik weet hoe God over echtscheiding denkt, dat was dus geen optie. Ik besefte ook dat ik dus de gevolgen moest
dragen van mijn verkeerde keuze. God had me indertijd een goede raad gegeven en dit had ik ermee gedaan.
Nou is het niet dat God niet van Gerard houdt, maar Hij zal wel het een en ander voorzien hebben, we hebben elkaar
nooit echt gelukkig kunnen maken. Uiteindelijk zijn we samen in de Pinkstergemeente terecht gekomen en hebben we
ons ook nog samen laten dopen. Toch konden we samen niet bidden en praten en alhoewel ik ook niet alles goed
gedaan heb, heb ik wel met God’s hulp geprobeerd om er het beste van te maken. Gerard leefde echter meestal zijn
eigen leven, altijd druk met zijn muziek. Hij noemde zijn gitaar zijn tweede meisje, maar in feite was het zijn eerste.
Het komt er eigenlijk op neer, dat hij er wel was maar eigenlijk niet was. Dat heb ik hem wel eens gezegd, maar wat ik
ook zei het drong niet door, hij voelde zich alleen vaak aangevallen.
Toen de kinderen klein waren trok hij nog wel met ze op, maar naarmate ze ouder werden, werd dit steeds minder en
kreeg hij ook meer moeite, omdat ze een eigen wil kregen en hun eigen zin wilden doen. Zo zag mijn huwelijk er zo’n
beetje uit en ik stond er dus eigenlijk in verschillende opzichten vaak alleen voor, ook met alle problemen die er
waren. Gelukkig kon ik altijd met mijn problemen bij God terecht. Dit huwelijk heeft 25 jaar geduurd, toen kreeg
Gerard via een christelijke site een relatie met een andere vrouw. Deze relatie liep uit de hand en ik ervaarde, dat ik
dit niet hoefde te accepteren en heb hem gezegd om voorlopig maar ergens anders te gaan wonen. Ik kon het niet meer
verdragen dat hij constant met haar aan het chatten was en op een gegeven moment zelfs uitgebreid ging telefoneren.
Toen hij haar ook nog ging bezoeken, zogenaamd met 2 anderen, overschreedt hij een belangrijke grens.
Echtscheiding en weer aan het werk
Toen hij weg was kwam er wel rust in huis, de spanning die altijd
onzichtbaar aanwezig was, bleek verdwenen. Toen moest ik werk
gaan zoeken en begon als oproepkracht in een drogisterij te
werken bij de firma Schlecker. Eerst in een wat kleiner filiaal en
later in een groter in het centrum van de stad. Ze begonnen daar
medicijnen te verkopen en ik heb op eigen initiatief mijn opleiding
assistent-drogist gehaald. Later mocht ik op hun kosten mijn
vakdiploma gaan halen. In de tussentijd hadden we iemand uit
Drente en iemand uit Limburg die voorlopig de drogist functie
vervulde. Toen ik mijn diploma had, werd ik filiaalleidster en dat
was een hele verantwoording. Ik moest van alles, van bestellen tot
vracht aannemen en vakken vullen en het filiaal schoonhouden.
Ook moest ik de kassa tellen en geld afdragen bij de ABN en in die
tijd werd ook de euro ingevoerd, zodat ik dubbel werk had.
Op een gegeven moment was dat niet meer vol te houden, er werd ook regelmatig gestolen en ik had ook al een keer een
insluiper in het magazijn gehad. Verder is het zeker 2 x voorgekomen dat ik op een zaterdag alleen in het filiaal was. Ik
heb toen mijn ontslag genomen, omdat ik dacht dit niet meer vol te kunnen houden. Er werd zoveel misbruik van mij
gemaakt en alle filiaalleidsters werden ook nog onderbetaald als 1
e
verkoopster. Eerst verdwenen alle filialen uit
Nederland en daarna zijn ze failliet gegaan.
Het was wel spannend, want ik vond niet meteen ander werk, toch konden we het redden, ook omdat ik mijn
vakantiegeld uitbetaald had gekregen. Uiteindelijk besloot ik om via een uitzendbureau een korte opleiding te doen als
verpleeghulp en dan tijdelijk de zorg in te gaan. Ik had 1 week theorie en 2 weken stage. Degene die mij theorie gaf zei
dat het echt iets voor mij zou zijn, waarop ik antwoordde dat ik er niets van geloofde. Tijdens de 2 weken praktijk liep
ik 1 week stage op een afdeling met dementerenden en 1 week op een afdeling somatiek (mensen met lichamelijke
problemen). Nou ik was best geschrokken, toen ik zag hoe er met mensen werd omgegaan.
Na deze korte opleiding werd ik in een verpleeghuis geplaatst op een afdeling (zwaar) dementerenden en dat was echt in
verschillende opzichten zwaar. De meeste mensen werden met tilliften geholpen en waren nauwelijks in staat om te
communiceren. Verschillende mensen van het personeel waren verschrikkelijk in de omgang met mensen en enkelen in
de omgang met mij. Toch vond ik het een leerzame periode en leerde ik met al deze mensen omgaan en hun toch liefde
en aandacht geven, die ze zo vaak moesten missen. Maar echt iets voor mij vond ik het niet.
Ik mocht blijven en een opleiding doen maar ik ging solliciteren in het ziekenhuis bij mij in de buurt als assistente achter
de balie. Ik kreeg die baan niet, maar mocht een huiskamerproject op gaan zetten op de afdeling Heelkunde om mensen
daar wat activiteiten aan te bieden. Dit was wel een hele mooie nieuwe uitdaging, die ik samen mocht gaan doen met
een meisje van mijn dochter haar leeftijd. Zij was de opleiding verpleegkundige aan het doen. Zelf kreeg ik nog een
korte opleiding activiteiten begeleiding aangeboden. Omdat ik aardig wat ervaring in het verpleeghuis had opgedaan
mocht ik tot 10 uur in de ochtend meewerken op de afdeling. Ik deed dit samen met Marlies, met wie ik ook het
huiskamerproject mocht opzetten.
Wat heb ik hier veel geleerd en veel ellende ook van nabij gezien
zoals amputaties, afgrijselijke wonden, zwervers die helemaal
aan het wegrotten waren, omdat ze zichzelf zo verwaarloosd
hadden enz. enz. Maar wat hebben we ook een geweldige tijd
gehad en mochten we voor veel mensen tot zegen zijn. Alhoewel
Marlies niet gelovig was, had ze haar hart op de goede plaats. We
mochten een zaal inrichten als huiskamer, waar patiënten
gezellig koffie konden drinken, een potje konden kaarten of een spelletje konden doen. Ik
had verschillende spellen van huis meegenomen, waaronder Stef Stuntpiloot en hoe ziek
mensen ook waren, hebben we vreselijk kunnen lachen. Verder waren er ook goede gesprekken over van alles en nog
wat en ik leerde ook met moslims om te gaan.
Mijn vader was al wat eerder overleden en mijn moeder overleed ook in deze tijd, terwijl ik bij haar thuis was. Verder
gebeurde er thuis vaak ook van alles en nog wat, waar ik later nog wel iets meer over zal vertellen. Na een jaar mocht ik
blijven, en een opleiding doen. Verpleegkundige was geen optie, want dan zou ik een paar maanden geen salaris hebben
en verpleeghulp wilde ik niet. Marlies was VIG’er, dat is een niveau lager als verpleegkundige en dan mocht je ook veel
verpleegkundige handelingen doen en dat leek me wel wat, maar in het ziekenhuis bleek dat niet mogelijk.
Ik had van dochters van een patiënt gehoord, dat ze bij de thuiszorg als
verzorgenden werkten en dat leek me wel wat. Ik solliciteerde daar en werd
aangenomen bij Thuiszorg Den Haag, waar ik een basis opleiding verzorgende
C/D ging doen. Ik werd in de Schilderswijk geplaatst en ik wist niet of ik daar
blij mee moest zijn, maar aan de andere kant vertrouwde ik erop dat mijn
leven in Zijn Hand was en dat was het. Als ik achteraf terugkeek naar al die
jaren, dan kan ik God alleen maar danken, want ik weet niet hoe ik het
zonder Hem had moeten doen. Ik weet
trouwens überhaupt niet hoe ik het gedaan
heb. Wel heb ik het idee dat God me al die jaren op iets aan het voorbereiden
geweest is. In de thuiszorg heb ik echt geleerd om met iedereen om te gaan en
iedereen te accepteren, zoals hij of zij is. Wat een culturen, wat een
milieuverschillen, wat een karakterverschillen. Ik verzorgde ook gehandicapte
kinderen, mensen met een psychische achtergrond zoals dwangstoornissen,
schizofrenie, depressie, verslavingsproblematiek enz. Het was vaak een verassing,
waar ik weer terecht kwam, maar ik had vertrouwen in God dat Hij me zou helpen,
wijsheid zou geven en ook zou beschermen. Wat een oefeningen heb ik gehad. Zes
jaar heb ik bij deze organisatie gewerkt. Intussen gingen ze fuseren en werden ze Meavita en deze organisatie hielp het
bedrijf in 2 jaar naar een faillissement. Omdat er teveel cliënten zonder zorg zouden komen zijn ze met steun
doorgegaan als HWW. Maar het was een rommeltje, en toen we een manager kregen, waarmee ik niet goed door een
deur kon en een collega die mij op een keer verrot schold heb ik ontslag genomen.
Ik kwam toen bij WZH Transvaal terecht en dat was heel kleinschalig, dus iedere dag vaak hetzelfde en geen
verpleegtechnische handelingen. Ik werkte regelmatig alleen in de avonddienst en in het begin was dat nog wel te doen,
maar er kwamen steeds meer cliënten bij en ik moest iedere keer weer een stapje harder gaan lopen. Ook had ik de
alarmering erbij en op een gegeven moment was er geen ruimte meer voor pauze en werkte ik 8 uur achter elkaar door.
Toen ik daarover aan de bel ging trekken, kwam ik voor een commissie van 4 mensen, die bestond uit een
locatiemanager, een zorgmanager, een zorgcoördinator en iemand van personeelszaken en die probeerden mij met zijn
vieren te intimideren. Toen was ik er ook klaar mee en omdat ze voor geen enkele reden vatbaar waren, ook niet wat de
CAO aangaat, heb ik gezegd dat ze een dag later mijn ontslagbrief op tafel hadden.
Hierna kwam ik bij Florence terecht. De zorgmanager, bij wie ik gesolliciteerd had, was een hele vriendelijke man,
onder wie ik heel graag had willen werken. Toen ik echter kwam werken was hij vertrokken. Het werk was heel leuk,
maar hoe langer ik er werkte, hoe meer ik erachter kwam wat een vieze kliek er zat. Degene die coördinator was, was
vreselijk en ik had het idee dat zij iedereen probeerde te manipuleren, bij sommigen lukte dat goed, bij mij niet en dat
vond ze niet leuk. Er gebeurde daar dingen die niet echt door de beugel konden en sommigen voelden zich zo goed dat ze
meenden anderen de les te kunnen lezen. Omdat ik ze hiermee nog wel eens confronteerde, werd ik uiteindelijk de
pispaal en probeerden ze van alles te vinden om mij zwart te maken. Dat lukte uiteindelijk ook bij de nieuwe
zorgmanager, die volgens mij niet goed tegen hen opgewassen was en toen was bij mij de maat vol en nam ik opnieuw
ontslag, terwijl ik na een jaar al een vast contract aangeboden had gekregen.
Ik kwam toen opnieuw bij WZH
terecht, maar op een andere
locatie. Ik kende de manager, die
daar werkte en ook daar had ik het
qua werk enorm naar mijn zin.
Maar de organisatie bleek ook hier
slecht te zijn. We moesten vele
kilometers (per auto) afleggen en
kregen niet meer als een
fietsvergoeding van 1 euro 29 per
dag. En zo waren er nog wel meer onrechtvaardige dingen, het personeel werd in verschillende opzichten vaak niet goed
behandeld. Ik heb dus best een aantal aanvaringen gehad met het management en de organisatie, maar trok altijd aan
het kortste eind. Ik had wel veel geweldige collega’s, met sommigen heb ik nog steeds contact. Maar na 3 jaar kreeg ik
geen vast contract en ben ik weer naar Florence gegaan, ditmaal in Rijswijk.
Ze hadden daar een enorm groot team en dat vond ik fijn, want ik hou van
afwisseling. Ik zat door heel nieuw Rijswijk heen en de collega’s waren leuk, de
cliënten waren leuk en over de organisatie had ik ook weinig te klagen, mijn
zorgmanager was geweldig. En juist hier kreeg ik die burn-out, juist in een
periode dat het wat rustiger was geworden.